Als je kiest voor de juiste vetten, kun je zelf iets goeds doen voor je hart. Dus niet de hoeveelheid vet is het belangrijkst, maar vooral het type vetten dat je kiest is van invloed op je gezondheid.
Welke soorten vetten zijn er?
Er zijn twee verschillende soorten vet: de goede en de slechte vetten. Verzadigde vetten en transvetten zijn slechte vetten omdat ze het cholesterolgehalte in het bloed kunnen verhogen. Onverzadigde vetten zijn goede vetten, omdat ze bijdragen tot de instandhouding van een normaal cholesterolgehalte in het bloed en daarmee een bijdrage aan de hartgezondheid leveren. De vervanging van verzadigde vetten door onverzadigde vetten in de voeding draagt bij tot de instandhouding van een normaal cholesterolgehalte in het bloed.
Goede vetten
Onverzadigde vetten zijn goede vetten. Ze dragen bij tot de instandhouding van een gezond cholesterolgehalte in het bloed. Goede vetten bestaan in twee variaties: poly-onverzadigde en mono-onverzadigde vetten.
Vetten spelen een belangrijke rol in onze voeding.
Poly-onverzadigde vetten vind je bijvoorbeeld in:
- Vette vis zoals zalm, haring en makreel
- Plantaardige olieën zoals zonnebloemolie
- Becel producten om te smeren
Mono-onverzadigde vetten vind je bijvoorbeeld in:
- Olijfolie
- Koolzaadolie
- Sommige noten zoals paranoten
- Avocado
Slechte vetten
Verzadigde vetten en transvetten zijn slechte vetten omdat ze het cholesterolgehalte kunnen verhogen.
Zin in een tussendoortje? Kies voor snacks die de juiste vetten bevatten.
Verzadigde vetten vind je bijvoorbeeld in:
- Boter
- Kaas
- Room
- Vet vlees
Transvetten vind je bijvoorbeeld in:
- Snacks
- Fastfood
- Gebak
Het kiezen van gezonde vetten kan, samen met een gezonde voeding en levensstijl, meehelpen om het hart gezond te houden. Vervang producten die rijk zijn aan verzadigde vetten door producten die meer onverzadigde vetten bevatten. Dit draagt bij tot de instandhouding van een normaal cholesterolgehalte in het bloed. Gebruik bijvoorbeeld margarine i.p.v. roomboter.
Zin in een tussendoortje? Kies voortaan liever voor snacks die weinig of de juiste vetten bevatten. Voorbeelden zijn rauwkost, noten, fruit of magere zuivel. En controleer als je boodschappen doet steeds het etiket, om te zien of er niet te veel slechte vetten in het product zitten.